“Wat kan ik thuis doen om mijn kind voor te bereiden op de opvang?”
Wij begrijpen dat de start op het kinderdagverblijf een spannende gebeurtenis is. Om de overgang en opvang zo goed mogelijk te laten verlopen willen wij, door samenwerking en communicatie tussen de ouders en leidsters, deze stap zo makkelijk mogelijk maken. Bij Madelief werken wij het liefst nauw samen met ouders. Helemaal als het gaat om de doelgroep 0 tot 1,5 jaar. Dit zijn de jaren waar uw baby de meeste groei en ontwikkelingen door zal maken. Denk aan het krijgen van tanden en kiesjes, het leren rollen, zitten en staan, het leren praten en ook de mentale sprongetjes, verlatingsangst en slaapregressies niet te vergeten. Hoe meer ouders en leidsters samen communiceren hoe beter wij begeleiding kunnen bieden aan uw kindje in iedere fase. Begeleiden vanuit verbinding.
Om de overgang van thuis naar de opvang goed te begeleiden voor uw baby, dreumes of peuter zijn er verschillende dingen die u thuis al van tevoren kunt doen. We zetten ze voor u op een rijtje:
Drinken
Het is belangrijk dat een baby al gewend is om uit de fles te drinken. Het is ook heel fijn als er thuis al geoefend is met andere mensen (anders dan de ouders of vaste verzorgers) die de fles geven, zodat uw kindje daar al aan gewend is. Zo gaat rond de leeftijd van drie maanden het reflexmatig drinken over in meer gedragsmatig drinken. Dan gaan baby’s drinken vanuit het hongergevoel en niet vanuit een instinctief reflex. Deze overgang kan samengaan met een periode van onwennig drinken. Ook kunnen andere factoren zorgen voor onrustig drinkgedrag. Denk aan reflux, een oorontsteking of het krijgen van tanden en kiesjes. Mocht het drinken uit de fles moeizaam gaan, dan is het belangrijk dit te communiceren met de leidster en soms is het raadzaam een lactatiedeskundige mee te laten kijken.
Zij zijn gespecialiseerd in het drinkgedrag van baby’s en kunnen vaak snel zien waarom uw baby niet goed drinkt uit de fles. Tijdens het intakegesprek en tijdens het dagelijkse brengmoment kunt u aangeven hoe het drinken op dat moment gaat en of er eventueel nog aandachtspunten zijn. Uw lactatiedeskundige mag ook altijd contact opnemen voor overleg met de leidsters.
Slapen
Net als het drinken is slapen een essentieel onderdeel van de dag. Baby’s hebben veel slaap nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Thuis kan het heel fijn zijn – en goed voor de hechting en om de band te versterken – om bij papa, mama of vaste verzorger te slapen in een co-sleeper, draagzak of op de arm. Dit noemen wij slapen vanuit verbinding. Wij begrijpen deze gedachten en staan hier inhoudelijk ook helemaal achter. Als kinderopvang hebben wij echter te maken met regels rondom de verdeling tussen de leidsters en het aantal kinderen waardoor dit niet haalbaar is. Wel blijven we nadenken en monitoren hoe we deze gedachten zo goed mogelijk kunnen implementeren in onze opvang.
Als het wiegen/dragen of op de arm slapen tot nu toe nog de enige manier is waarop uw baby in slaap valt, dan is de overgang naar de opvang vaak erg lastig. U kunt uw kind helpen door het te laten wennen aan slapen in een eigen bedje.
Het is daarom heel helpend om thuis al te oefenen met uw kind wakker in bed te leggen en met zo min mogelijk hulp in slaap te laten vallen. Vanuit veiligheid komt slaap. Als uw kindje thuis gewend is om alleen in bed te liggen zal het zich veilig gaan voelen in deze omgeving. Zo is de overgang naar een ander bedje waar uw kindje alleen ligt meer bekend en kan het misschien al zelf de ontspanning vinden om in slaap te vallen. Wij zijn ons ervan bewust dat leren slapen een proces is. Geen enkele baby wordt geboren met slaapvaardigheid op zak. Zo hebben baby’s een slaapcyclus van 45 min (wij volwassenen hebben er een van 90 min). Deze cycli van 45 minuten zal uw baby moeten leren koppelen. Deze vaardigheid is van belang om van het bekende ‘hazenslaapje’ naar een meer kwalitatieve slaap te komen.
Tussen de 4 en 6 maanden is een baby neurologisch gezien pas in staat zelfstandig (weer) in slaap te vallen. Rond deze leeftijd worden ze zich bewust van het einde van een slaapcyclus en kunnen ze, door liefde en aandacht van ouders, leren weer verder te slapen. Nu is het een goed moment je kindje te helpen slapen in een eigen bedje. Ze zijn nu zelf instaat het in- en doorslapen aan te leren. Uiteindelijk hebben ze hier veel baat bij op het kinderdagverblijf. Hierin is ieder kindje weer anders en er is geen goed of fout. Waar het ene kindje dit als vanzelf oppakt zal het andere kindje hier veel meer begeleiding en hulp bij nodig hebben en is het ook helemaal niet vreemd als hier het eerste jaar voor nodig is. Dit is ook weer afhankelijk van temperament, ( hoog) gevoeligheid, erfelijkheid en de ontwikkeling op dat moment. Dit proces is niet te sturen, alleen te begeleiden. Communiceer hierover met de leidsters zodat ook zij mee kunnen helpen, binnen hun mogelijkheden, in dit proces. Waar bijvoorbeeld een kindje tot nu toe steeds zelfstandig heeft kunnen slapen kan het door het ontwikkelen van verlatingsangst ineens in paniek raken zodra je de kamer verlaat. Dit is een hele normale ontwikkeling maar u kunt zich voorstellen dat het belangrijke informatie is voor de leidsters en het verloop van de dag. Het is belangrijk reële afspraken te maken over wat haalbaar is binnen de zorg op het kinderdagverblijf.
Vanaf ongeveer 12 weken krijgt het ochtendslaapje meer vorm en na 16 weken zal dit ook in de middag makkelijker gaan. Dit ontwikkelt zich in de loop van het eerste jaar en zal bij het ene kindje makkelijker en sneller gaan dan bij een ander. We willen uw kindje de veiligheid bieden en in hechte samenwerking met papa en mama dit proces samen begeleiden. Daarin is communicatie erg van belang. Overleg met de leidster iedere dag van de opvang hoe het gaat met het slapen. Spelen er onruststokers zoals tandjes, verlatingsangst of een slaapregressie? Hoe is de nacht verlopen en waar ligt de slaapbehoefte? Hoe gaat het met in slaap vallen op dat moment en in hoeverre hebben de leidsters daar die dag de mogelijkheid en middelen voor te helpen? Het is belangrijk dat daarin openheid centraal staat zodat de leidsters ook een reëel beeld krijgen en naar u kunnen communiceren wat er vanuit Madelief mogelijk is. We weten dat het slapen op de opvang een van de grotere zorgen is van ouders. Als het thuis al zo moeizaam verloopt hoe gaat het dan lukken in een nieuwe omgeving? We hopen door goed overleg, van beide kanten, dit proces goed te kunnen begeleiden en uw kindje ook bij ons vanuit veiligheid en verbinding mag leren slapen.
Praktisch:
Als uw kind een knuffel, speen of muziekdoosje/white noise nodig heeft of fijn vindt, dan mag die natuurlijk meegegeven worden naar de opvang. Bij Madelief werken we bij de babygroep ook met white noise. Als er sprake is van reflux en uw kindje hierdoor hinder heeft door plat te liggen is het wenselijk dit te overleggen met de leidster. Wij kunnen eventueel het matrasje (met toestemming) wat verhogen.
Voor hele lichte slapers of kindjes die nog veel maaien met hun armpjes kan inbakeren ook een uitkomst zijn voor betere slaap. U kunt voor advies altijd terecht bij onze leidsters of het consultatiebureau.
Voor een goede en veilige slaap is de juiste kleding in bed van belang. Aan de hand van de TOG-waarden** kijken de leidsters welke slaapkleding uw kindje aan moet. Voor het slapen in de binnen- en buitenbedjes zorgen wij voor de juiste kleding passend bij de temperatuur.
** TOG staat voor Thermal Overall Grade. De TOG-waarde is een technisch hulpmiddel, dat een indicatie geeft van in hoeverre bepaalde producten de warmte van je kindje vasthouden. Elk product heeft een eigen TOG-waarde. Hoe hoger de TOG-waarde van een product is, hoe moeilijker de warmte door de stof kan ontsnappen.
Geluiden
Het helpt uw kindje enorm als het al gewend is aan geluiden om zich heen. Als uw kindje bijvoorbeeld gewend is om te slapen in stilte zal uw kindje op de opvang waarschijnlijk eerder wakker schrikken door de geluiden om hem/haar heen. De gewone leefgeluiden gaan op de groep namelijk gewoon door.
U kunt dit thuis al oefenen door, terwijl de baby slaapt, bijvoorbeeld met gewoon volume te blijven praten, de stofzuiger of andere apparaten te gebruiken en dus niet extra stil te zijn.
Speengebruik
Op de peutergroepen is het fijn als de kinderen kunnen spelen zonder speen.
Natuurlijk zullen we de speen bij troost en in bed gewoon geven, maar het is fijner voor het kind als hij/zij verder niet afhankelijk is van de speen.
Een veilige start
Wij streven naar een veilige start van uw kind op ons kinderdagverblijf. Dit binnen de mogelijkheden en middelen die wij hebben. Goed overleg en een samenwerking tussen ouders/opvoeders en onze leidsters is daarbij van groot belang. Wij rekenen op uw medewerking en voorbereiding en kijken uit naar een fijne periode bij Madelief!